We zijn opgeschrokken uit onze slaap door een vreselijk kabaal. Zeker langer dan een minuut aan een stuk. Een geluid dat we geen van beide thuis kunnen brengen. Het lijkt van zeer ver te komen. We besluiten het voorlopig te laten voor wat het is.
-------- 3 uur later -----------
In de ochtendzon zien we een lichtblauwe wolk passeren. Babyblauw. Een kleur die je in de natuur niet tegenkomt. Duidelijk, oprechte kleuren. Niet dat gedoe van je huiskamer te schilderen in kleuren die doen denken aan Afrikaanse savannes of de tinten van Griekse tempels als thema kiezen. We houden onze adem in en dan is het weer voorbij.
------- 3 uur eerder ----------------
Ellis staat op. Ze neemt een douche. Soms zingt ze in de douche. Vandaag niet. Het is al weer een tijd geleden dat ze nog eens gezongen heeft. Denk ik. En tot nu toe is ze elke keer toch weer beginnen zingen. Tot nu toe... Ze is donkerder de laatste tijd.
Ik eet een paar kersen en een paar gojibessen. Die bessen zijn een tegenvaller. Gedroogd vallen ze nog enigzins mee. vers zijn ze niet te vreten.
Ik zie de zon zachtjes naar de einder opschuiven, van onderuit.
Die ochtendkleuren zijn prachtig. Het groene in de natuur, dat klein beetje water, dauw, maar al bijna opnieuw opgedroogd, die heldere, soms bleekgele zon. De korte schaduwen, de zinderende hitte die tijdens niet verder afgezwakt is dan warm.
Dat voelen van de laatste draaglijke momenten voor laat in de avond...
------------ 28 minuten later ----------------
De zon loeit op ons neer. We kunnen onze planten niet snel genoeg water geven.
------------ Die avond ----------------
In sneltreintempo maken we een ondergronds irrigatiesysteem. Water rechtstreeks de wortels in. Buizen die ik op de bidons kan aansluiten.
------------ 4 dagen later ---------
Ik geef in de serre een paar planten nog wat water. het circulatiesysteem werkt redelijk goed. Er ontsnapt weinig water uit de ruimte en de hoge luchtvochtigheid doet de planten goed. We gaan veel opbrensgt hebben. Als die wind eens zou stoppen, dan zouden ze buiten kunnen staan.
Ellis kom binnen. De kerselaars zijn dood.
Ik weet niet helemaal wat ze daar nu precies mee bedoelt, naast het feit dat die kerselaars waarschijnlijk - en inderdaad - wel dood zullen zijn (blijken te zijn).
Ik volg haar naar hun plaats in de tuin en effectief, die zien er stervende uit.
We kiezen er een stuk of tien takken uit die nog min of meer levenslustig lijken, prepareren ze en stoppen ze in groeigrond.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten