Ellis staat in de deur. Uitgemergeld. Ze legt een boek op de tafel en legt er voorzichtig een zak naast. Er steken lange ingepakte stukken uit.
Ze spreekt niet over de tocht. Dat zal ze nooit doen. Tot op het einde.
Nele is ziek. Ze ligt in bed. Het is niet enkel fysisch. Ze heeft haar best gedaan, ze is gebleven tot tien na vier. Die tien minuten waren ontzettend lastig. Ellis was te fucked up toen ze tien minuten later toekwam om te beseffen dat Nele er niet omtrent was.
---------------------- 7u24 de volgende ochtend ------------
Ik lig naar het plafond te kijken. Ik heb daarnet gekeken naar mijn been en er loopt een staaf, parallel aan mijn scheenbeen, en er zitten vier pennen door mijn huid. Ik wil eigenlijk niet weten hoe ze het gedaan hebben. Ik wil niet weten hoe ze die pinnen er uit gaan halen.
Ik voel niks. Ik kijk naar het plafond. Nele is een beetje beter, ze heeft een klein uurtje bij mij gezeten. Ellis heb ik niet meer gezien sinds gisterenavond de verdoving begon te werken.
---------------------- Acht weken later ------------
Aan twee van de bouten groeit flink wat wild vlees. Die zijn waarschijnlijk niet helemaal goed gegaan, maar ik voel er niks bij. Ik voel dat ze mijn been ongeveer juist gezet hebben. Het voelt iet wat anders, maar het stoort hoegenaamd niet. Bijna zoals een top van een tand die afbreekt, waardoor je tanden een heel klein beetje anders op elkaar komen staan.
Nele is volop aan het werken buiten. Ellis ook. Ik doe ondertussen alles in huis: Koken, eten inmaken, kleren herstellen en de serres. Het gaat. De pijn is sinds een paar dagen te harden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten